Duurzaam en groen is in. Gelukkig maar natuurlijk, eindelijk worden er serieuze stappen gezet. Alle partijen buitelen over elkaar heen om te belijden hoe duurzaam ze wel niet zijn. Zoals altijd zou moeten kijkt een kritisch persoon naar het verschil tussen woord en daad. Dat verschilt op menig terrein ( jongerenhuisvesting iemand? ) nogal.

Maandag was er weer zo’n eikmoment over het stuk ‘duurzaam inkopen’. De gemeente probeert haar verantwoordelijkheid te nemen om zo veel als mogelijk eerlijke producten te kopen. Dat is heel goed, maar iedereen weer dat een fairtrade repen chocolade of biologische producten duurder zijn dan de niet-duurzame varianten. Dat verdient zich terug in moeilijk meetbare zaken als een gezondere omgeving, meer mensenrechten elders en een betere samenleving.

Toch wilden de VVD en Lijst Nawijn geen cent extra uittrekken hiervoor en beschuldigden de rest van de raad de burgers op te laten draaien voor duurzame retoriek. Dat het zich anders terugbetaald was kennelijk niet zo belangrijk. Ook vond ik het nogal een onderbuik argument. Dat geluid hoor je niet als de gemeente een bedrijf steun verleent.

Zo wordt het duidelijk dat als je de mooie bovenlaag van de retoriek eraf pelt er nogal wat verschil zit tussen theorie en realiteit.

De SP is overigens sterk voor een goed duurzaam inkoopbeleid. Het kost wellicht in het begin iets meer, maar versterkt de stad en zal op termijn leiden tot besparingen. Zeker als je de maatschappelijke effecten meerekent!