Van Hobsten naar Osnabruck langs de zoveelste boerderijen. Alle kritiekers opgelet, want hier heb ik voor de eerste maal een paar kilometer valsgepeeld ( let u op! ) , maar in mijn verdeding heb ik ook een kilometer of tien de verkeerde kant opgelopen, dus zo kwam alles toch nog goed afstandsgewijs.

Enfin, mijn couchsurfcontact ontmoeten ging vrij goed. Zeker gezien het feit dat zij geen tijd had, maar goed een dag eerder aanwassen in de stad doet het goed kennelijk. Ik kan onderdak bij een vriendin van haar, Daria. Een uitmate aardig en geestige studente.

Bij het uitlaten van de hond slaat het noodlot toe. Niet alleen spoelt er een kauw aan met een gebroken vleugen ( Rudy ze Raben werd het ), maar ook werder de sleutels van het appartement vergeten ( en verloor ik een pak vloe, maar dat is onder de mineure gevallen – ook vond ik het nog terug ).

Kortom na hoop gehannes zijn we onderweg naar de supermarkt in de aanloop naar een poging tot Basszje’s beroemde Mexicaanse mais-bonen-wrap-schotel, die voor de verandering eens in goede aarde valt.

De volgende dagen check ik in een hostel in omdat de gehele stad druk lijkt te zijn met examens en afstuderen. Enfin, ik moet op zoek naar tent omdat couchsurfen so far nogal tegenvalt. Bovendien moet ik de altstadt natuurlijk bezoeken. En lunchen. De volgende dag was het werkelijk doe even niets dag. Ik vind een Guardian (Engelse krant, red. ) bij het station en zet me met een pot koffie en saffie op het dag van het hostel.

Osnabruck heeft trouwens een beetje de allure van een stad ter grootte van Den Haag, maar heeft eigenlijk iets van 160.000 inwoners. Dat heeft het grappige contrast van grote winkelcentra en vele straatjes die vaak rustig of zelfs leeg zijn.