H. J. Vleeshouwer: ‘…ik bepaal zelf wanneer ik vrolijk wil zijn…’

– Meneer Vleeshouwer, u bent een anti-Paasactie gestart?

‘Ik keer mij tegen bepaalde paasgebuiken – tegen de paasuitwassen dus.’

– Wat is een paasuitwas?

‘In de eerste plaats: het kleuren van eieren. Een ei is of wit, of bruin, ja? Maar niet hemelsblauw, of oranje, of saffraangeel. Een gekleurd ei smaakt ook viezer dan een normaal ei.’

– Maar de inhoud van een ei verandert toch niet als de buitenkant is gekleurd?

‘Dat valt nog te bezien. Het wetenschappelijke rapport waarin wordt bewezen dat ziekmakende kleurstofdeeltjes in de dooier doordringen, wordt welbewust uit de publiciteit gehouden door de eierindustrie. Los daarvan: een blauw ei eet ik niet met evenveel smaak als een wit ei. Eiereneten is ook een kwestie van beleving. En bij gekleurde eieren denk ik in de eerste plaats aan bedorven eieren.’

– Maar gekleurde eieren geven de paastafel toch een vrolijk aanzien?

‘Mij niet. Wij keren ons ook tegen dat al te vrolijke van het paasgebeuren. ‘Vrolijk Pasen’ wensen de mensen elkaar. Ik zie geen aanleiding tot vrolijkheid.’

– In de christelijke betekenis van het Paasfeest is het toch het blije feest van de Opstanding?

‘Omdat het graf van Jezus leeg was? Moeten we daar zo vrolijk over doen? Als’ie rustig in dat graf was blijven liggen, had ons dat een hoop gedoe bespaard.’

– Hoe viert u Pasen?

‘Niet! Tijdens Eerste Paasdag blijf ik in bed. En de Tweede wordt een ramp. Mijn vrouw staat erop dat ik meega naar de Ikea om een nieuwe bank te kopen. Kom ik niet onderuit.

Waarom zijn op Tweede Paasdag de meubelboulevards en de beddenpaleizen open? En laat het niet gebeuren dat ik een man of vrouw in een Paashazenpak tegenkom, want dan sta ik niet voor mezelf in. Ik sleur die vrolijke haas aan zijn oren naar buiten. Van al die opgedrongen vrolijkheid ben ik niet gediend. Ik bepaal zelf wanneer ik vrolijk wil zijn. En dat is niet met Pasen!’

Bieslog