* In een hoedenwinkel

– Goedemorgen Meneer

+ Goedemorgen, ik zoek een hoed. Ziet u, ik ben namelijk detective.

– Aha en heeft u hem al gevonden?

– Goedemorgen, heeft u ook een krant met gaten er in

* Neen, ik heb wel zat gaten met een krant daarin

* Bent u de rattenvanger van Hamelen?

– Nee ik gooi ze altijd

+ Verzekeringen, goedemorgen

– Kan ik mij hier ook ontzekeren, mevrouw?

+ Wat bedoelt u?

– Nou ik hou van risico’s nemen, maar de dood is mij te zeker